Nederland moet Nederland blijven, zei Premier Rutte onlangs. Maar hoe ziet dat Nederland er dan uit? De vraag “Wie zijn wij?” duikt op het moment overal op. Van verkiezingsprogramma’s tot talkshows. Vanuit systemisch perspectief is het interessant om te onderzoeken hoe het antwoord op deze vraag verschilt als je vanuit het verleden kijkt, of vanuit plannen en wat je wilt zijn, of vanuit de toekomst zoals die op ons afkomt. Vanmorgen las ik in Trouw een stukje over “De Koopman en de Dominee” van filosoof Pieter Pekelharing. Een verhelderend stuk als je kijkt naar Nederland vanuit het verleden.

Onze roots: de koopman en de dominee
De koopman en de dominee zijn dé twee archetypen van de Nederlandse samenleving. De rol van de koopman kenmerkt zich door handelsgeest: vernieuwend, veranderlijk, kosmopolitisch. De koopman legt contacten en is in staat tot wisselend perspectief. Contact maken, flexibiliteit en de vaardigheid om dingen met een korreltje zout te nemen. Morele stelligheid zit de koopman in de weg. De rol van de dominee daarentegen vraagt om een ethische blik, die minder vernieuwend of veranderlijk is en ook minder flexibel. Eigenlijk is de koopman het geweten van de dominee en vice versa.  En zie daar het schipperen: nu eens voert de koopman de boventoon, dan weer de dominee. We zijn in Nederland bedreven in schipperen en vaak tevreden met een sub-optimale uitkomst. Want dat krijg je als je én de koopman én de dominee, maar ook deelnemers aan het maatschappelijk debat met uiteenlopende opvattingen tevreden wilt stellen.

Schipperen in vernieuwing
In de trajecten die ik op dit moment begeleid zie ik de archetypes van de koopman en de dominee steeds terugkomen. Bij een uitvoeringsorganisatie die werkt met vernieuwende initiatieven en hun bestuur, in een conflict tussen twee tuinders van een lokale voedseltuin, bij onderzoekers nieuwe stijl en hun teamleiders, bij een groep ZZP-ers die zich ingeperkt voelen door verzorgende regels van de overheid . Het lijken allemaal patroonherhalingen van wat er in de samenleving afspeelt. In het kleine weerspiegelt zich het grote.  Wat mij opvalt is de schijnbare tegenstelling van waaruit in deze situaties vaak gedacht wordt. Meestal starten we dan met het onderzoeken van die tegenstellingen. Verbindende communicatie helpt daarbij: helder en verbindend communiceren over waarnemingen, gevoelens, behoeftes en gewenste acties; over dat wat ons wezenlijk raakt en wat je wilt realiseren. Echt te luisteren naar elkaar en de dialoog aan te gaan. In die verbinding ontstaat vaak helderheid en ruimte voor empathie, begrip voor elkaars blik of drijfveren. Soms ontstaat er dan als vanzelf ruimte om voorbij te groeien aan het conflict.

Het grotere verhaal ontdekken
En meestal is er nog iets anders nodig. Gezamenlijkheid ontstaat vaak door naar het niveau erboven te gaan. Dan lukt het om schijnbare tegenstellingen in een ander ligt te zien. Van  tegenstelling naar diversiteit te gaan. Concurrentie kan dan differentiatie worden, waarbij je samen het veld sterker maakt. Een compromis wordt gemakkelijker een win-win. En wat op dit moment zo lastig is, is precies dat hogere niveau: dat grotere verhaal  is zo onduidelijk geworden. De grote verhalen waar we deel van waren zijn op de achtergrond geraakt. Door ontzuiling, individualisme en globalisering zijn die grote verhalen afgebrokkeld. Steeds meer mensen vormen zelf hun identiteit, zonder groot verhaal. We bevragen elkaar voortdurend over waarden en normen.  Veel van dat bevragen gebeurt met woorden, mentaal. Maar op de een of andere manier lijkt het alsof dat soms meer verdelend dan samenbindend werkt.

Maatschappelijke opstellingen als ingang naar het grotere verhaal
Een hele andere manier waarop het grotere verhaal soms aan het licht kan komen is in een systemische opstelling. Zo zag ik onlangs in een opstelling met gangbare boeren uit een gebied in Overijssel dat betrokken partijen nader tot elkaar kwamen toen er een gedeeld besef ontstond dat deze boeren ooit begonnen waren vanuit de bedoeling ‘nooit meer honger’. De soms wat agressieve vernieuwers realiseerden zich dat deze boeren ook het voedsel van hun voorouders hadden geproduceerd. De aanwezigen werden zich opeens gewaar dat er een tijd was geweest van vóór ‘intensief en biologisch’, van voor ‘goed en kwaad’. Toen dat gebeurde konden de boeren, de  vernieuwers, consumenten en lokale overheid elkaar in de ogen kijken. Het verdriet, de schaamte, de onmacht, de boosheid en verlangens in elkaars ogen zien. De gemeenschappelijke wond in het ‘oude verhaal’ werd voelbaar én bood een opening naar een mogelijk nieuw groter verhaal. In verbinding met het verleden én gericht op de toekomst zoals die op ons afkomt.

Het tegenovergestelde van oorlog is niet vrede maar creatie

-Adam Kahane

De kunstenaar als nieuw archetype?
In zijn boek Power & Love zegt Adame Kahane “het tegenovergestelde van oorlog is niet vrede, maar creatie.” Die zin heb ik altijd onthouden. Om voorbij te groeien aan de dualiteit van de koopman en de dominee, om het nieuwe grotere verhaal te ontdekken is creativiteit nodig. Anders kijken, waarnemen, analyse en intuïtie, bereid zijn om het niet te weten. Om verschillen te verkennen, niet te weten en samen te ontdekken. Om innerlijke en uiterlijke werelden met elkaar te verbinden: binnen jezelf, met elkaar, en het grotere geheel. Het wonderlijke van opstellingen vind ik dat precies dat in co-creatie ontstaat. Daarom is deze methode één van de manieren geworden waar ik graag mee werk rond complexe uitdagingen.

Wil jij hiermee experimenteren?
Op 23 maart is er weer een nieuwe Systemische Onderzoeksdag over Landbouw, Voedsel en Landgebruiksvragen. Lees hier meer: http://www.kopenco.nl/portfolio/systemische-onderzoeksdag/

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dit is een verplicht veld
Dit is een verplicht veld
Geef een geldig e-mailadres op.